Roswhita liep op blote voeten door de duinen. Ze was hier per ongeluk gekomen maar ze vond het warme zand erg prettig. Ze had haar afgetrapte gympies uitgetrokken, haar broek opgestroopt en aan een wanedling begonnen. Ze genoot van de wind, haar haar zat in een losse vlecht en wapperde achter haar aan. Ze liep rustig door in gedachten verzonken. Later zou ze wel zien hoe ze terug in Degree kwam. Ze kwam weer in de schaduw terecht waar het zand erg koud was. Ze liep snel door. Vanaf de duinen zag ze de oceaan. De golven braken toen het te dicht bij de kust kwam en strande in het zand. Roswhita liep door en struikelde. Ze stond op en veegde het zand van haar kleren. Ze was gevallen over een schelp, met een klein kettinkje. Ze vond een mooi souvenir. Ze pakte het en klopte het zand eraf. Ze stopte het in haar tas en liep door. Na een paar meter zag ze een meisje met blond haar liggen op een rood kleedje. Ze stond er niet ver af, maar ze zag nu al dat het meisje dure kleren aanhad. Ze keek naar haar eigen kleren waar overal wel een scheur zat en vaal waren van ouderdom. Roswhita besloot er maar naar toe te lopen. Ze ging naast het meisje staan en zag dat ze mooie blauwe ogen had, bijna net zo blauw als de zee dacht ze. 'Hoi.' Zei ze vriendelijk.